OP en AF, AF en AAN (dimmen)
Dimmen heeft alles te maken met hoeveelheden stroom en op welke manier dit geleverd wordt. Het Nederlandse energienetwerk is gebaseerd op wisselspanning. Een normaal stopcontant werkt daarom op basis van deze wisselspanning. Bij wisselspanning gaan de elektronen van de +pool naar de –pool. En van de –pool weer naar de +pool. OP en AF dus. De elektronen wisselen dus continu van richting. Hoe vaak dit in 1 seconde gebeurt noemt men de frequentie. In Europa wisselt dit 50 keer per seconde van richting en de frequentie is dan dus 50 Hertz.
Een elektriciteitskabel bestaat meestal uit drie draden. Een bruine fasedraad, een blauwe nuldraad en de aardedraad (deze is geel-groen).
Er zit een draadje los..
De bruine fasedraad wisselt dus ook 50 keer per seconde tussen de +pool en de –pool en terug. De blauwe nuldraad sluit de stroomkring, zodat de elektriciteit weer kan doorstromen. hier staat geen spanning op. Typische voorbeelden van een fasewisselspanning zijn een stofzuiger en een haardroger.
Onze belangrijkste stroombron is ons elektriciteitsnetwerk en dat is zoals hierboven gesteld grotendeels ingericht op wisselspanning. Onze apparatuur daarentegen werkt op gelijkspanning. Bij gelijkspanning gaan de elektronen alleen van de +pool naar de –pool. Ze gaan dus niet OP. Ze gaan enkel AF. De stroom gaat dus altijd dezelfde kant op. De elektronen wisselen hier niet van richting? Daarom moet worden omgevormd. En dat omvormen is relatief makkelijk. Er bestaan overigens ook stroombronnen die (gelijk) gelijkspanning leveren. Dat zijn o.a zonnepanelen, adapters, batterijen en accu’s.
Even dimmen jij!
Een dimmer is, heel simpel gesteld, een schakelaar waarmee de toevoer van stroom/spanning, van ons elektriciteitsnetwerk, naar een apparaat geregeld kan worden. Door een dimmer hoeft verlichting niet altijd het maximale vermogen te gebruiken. Door het dimmen van verlichting daalt het stroomverbruik en stijgt de levensduur van de (LED)lichtbron. Naast deze twee voordelen bepaalt het ook de sfeer in de ruimte. Een lage hoeveelheid licht nemen wij waar als een gezellige, rustige en warme sfeer. Van veel en feller licht worden we actiever en willen we dingen gaan ondernemen. Voor meer informatie lees je meer in de blog Wie of wat is Kelvin?
De oudere dimmers werkten op basis van een potentiometer. Het nadeel hiervan was de grote warmteproductie in de dimmer zelf. Huidige dimmers worden gemaakt met een triac-schakeling of een tronic-schakeling. Hierdoor maakt de dimmer korte onderbrekingen waardoor er geen kans bestaat om warm te worden.
Deze onderbrekingen zorgden bij een gloeilamp voor een onveranderd waarneembaar lichtbeeld. Het gloeidraad van de gloeilamp bleef warm en koelde niet zo snel af, waardoor de lamp een gelijke hoeveelheid licht af gaf. Bij een led-lamp (gekunstelde lichtbron) is dit anders. De lamp gaat werkelijk even ‘uit’ als deze geen stroom krijgt. Als de onderbrekingen kort zijn is dit niet op te merken door onze ogen. Duren deze ‘stops’ te lang dan zien wij dat de lamp gaat flikkeren.
AANsnijding
Het dimmen met een triac-schakeling wordt fase AANsnijding genoemd. Aan het begin van elke schommeling, dus bij de nul, wordt de wisselspanning heel even onderbroken, zie onderstaande afbeelding.
AFsnijding
Met een tronic dimmer, kunnen slechts enkele type lampen worden gedimd. 12 Volt halogeenlampen met elektronische trafo, dimbare leds en alle 230 Volt lampen kunnen met deze dimmer worden gedimd. Deze dimmer werkt op basis fase AFsnijding. Juist aan het einde van elke schommeling wordt de wisselspanning even onderbroken, zie onderstaande afbeelding.
Een led zelf is altijd te dimmen. Een driver of trafo kan separaat van de lichtbron aanwezig zijn of worden ingebouwd. Als deze techniek niet geschikt is voor het dimmen dan dimt de led c.q. dimmen de leds niet.
Als de driver of trafo in een dimmer separaat is van de lichtbron kan je deze vervangen. Is de driver of trafo ingebouwd in de lichtbron (bijv. bij een retrofit-led-lichtbron) dan zal je dus een andere lichtbron moeten kopen die wel geschikt is om te dimmen. De prijs van deze lichtbronnen liggen vaak hoger, doordat het goed laten dimmen van een lamp productiekosten meebrengt.
Als je willekeurig een dimmer, een (led) lamp en een transformator (driver, trafo) koopt, is er een grote kans dat de led lamp niet (goed) dimt. Let hier op en laat je in een winkel goed informeren of lees je online goed in.